Vandaag, 2 juni, is het Wereld Eetstoornisdag. Op deze dag staan mensen centraal die op wat voor manier dan ook problemen hebben met hun eetgedrag. Maar de dag is niet alleen bedoeld voor mensen die zelf zo'n stoornis hebben; het kan ook gaan om professionals die ermee werken, of om vrienden of familie die worstelen met de problemen van een geliefde.
Een te laat geboren bloemenkind, zo zie ik mezelf, hoewel te laat, ik ben geboren en heb mijn eerste levensjaren doorgebracht in een tijd dat die wind van love, peace en happiness over de wereld waaide. In 'The Summer Of Love' was ik twee, ik was er dus wel, maar heb het niet bewust meegemaakt. Ik vermoed dat er destijds iets in de lucht hing waardoor ik mezelf verwant voel met de idealen van die tijd, maar ja, het was maar een korte periode, wellicht als voorbode voor het watermantijdperk dat er aan zat te komen. Adèle Bloemendaal zong in haar lied over die jaren 'De jaren zestig en wat kwam er van terecht? Misschien niet veel als je het kritisch gaat beschouwen, want mensen kunnen niet zolang van elkaar houden'. De hele tekst heb ik al eens geplaatst, als u hier klikt kunt u het lezen.
Maar toch, als ik lees over die periode, de muziek hoor of films en documentaires zie, voel ik de hoop en het vertrouwen die de bloemenkinderen toen hadden dat het allemaal anders zou worden, beter zou gaan met mens, maatschappij en natuur. En in deze boze tijd waarin de verandering naar het watermantijdperk duidelijk begonnen is zouden we wel wat van die zachte revolutie van toen kunnen gebruiken.
Halverwege de jaren zestig is de hippiebeweging ontstaan in Haight-Ashbury in San Franciso. Het waren jongeren veelal afkomstig uit de intellectuele middle- en upperclass van de Amerikaanse samenleving, waarvan zij de heersende waarden en normen afwezen. Ze noemden zich 'hip' in tegenstelling tot 'square', de burgerman met strikt respect voor de geijkte maatschappelijke regels van de welvaartstaat, en veroverden de Verenigde Staten en vervolgens waaide het over naar de meeste West Europese landen. Ze voelden zich betrokken bij de oorspronkelijke bewoners van Amerika en zochten ook inspiratie in oosterse levensfilosofieën. Er werd naar het Oosten afgereisd, met name naar Kathmandu, op zoek naar oosterse mystiek. In Amerika verlieten ze de steden om in communes op het platte land te leven. Er werden destijds zo'n 3000 landelijke communes opgericht in de VS.
Zo'n commune bood ruimte voor communicatie en samen delen. Leuzen als 'make love not war', 'flowerpower'en 'small is beautiful' symboliseren het in wezen apolitieke en intimistische karakter van de hippiebeweging. Het love-peace-music festvial in Woodstock en de musical 'Hair' zijn onmiskenbaar historische hoogtepunten te noemen. Ik hoorde nog niet zolang geleden Bill van Dijk, die in Nederland in de musical 'Hair' heeft gespeeld, zeggen dat iedereen die ooit waar ook ter wereld in die musical heeft gespeeld, en dat zijn er veel omdat 'Hair' nog steeds wordt opgevoerd, een soort familie is van elkaar. "Voor 'Haircollega's' zal de deur altijd open staan, waar dan ook, al ken je elkaar niet." aldus Bill. Dat ontroerde me, dat is precies waar het hele hippiegebeuren voor staat.
Directe aanleiding voor de opkomst van de hippies en make love not war was natuurlijk de oorlog in Vietnam. Dagelijks werden er apocalyptische beelden getoond met Amerikaanse militairen, Vietcongstrijders, napalm, dood en geweld als hoofdingrediënten. Terwijl de VS er in eigen land niet in slaagden om de rassenproblematiek op te lossen en om met alle burgers een redelijk deel van de welvaart te delen, maar de jacht naar steeds meer materieel comfort blindelings voort te zetten.
U ziet toch ook de parallellen met nu, er wordt, godbetert, in Gaza een heel volk van de kaart geveegd door genocide, er is een jarenlange oorlog gaande in het door Rusland binnengevallen Oekraïne en zo zijn er nog wel wat brandhaarden in de wereld. Daarbovenop hebben de VS nu een geestelijk invalide als president die de meest idiote dingen zegt en doet en mensen tegen elkaar opzet en minderheden discrimineert. En ook nu, of liever gezegd júist nu, met alle communicatiemogelijkheden die er zijn kunnen we al die verschrikkingen bijna live meemaken. En er gebeurt helemaal niets.
In ons land gebeurt al anderhalf jaar niks, omdat we een incapabele xenofobische regering hebben met Trumpiaanse sympathieën en een enorm misplaats schuldgevoel naar het huidige Israël, maar wij, de bevolking, ondergaan het ook allemaal apathisch. We uiten ons ongenoegen op de socials, of zoals ik in een blogje, en dat is het. Of sommigen doen en zeggen helemaal niks vanwege maatschappelijke positie en de angst die te verliezen en vinden degenen die wél actie ondernemen de huidige variant van het in de jaren zestig gebezigde 'langharig werkschuw tuig'. "Het leven is nu eenmaal geen Kumbaya zingen rond een kampvuur met elkaar" vinden ze. Nee, maar zij doen tenminste wel iets om in ieder geval te probéren het tij te keren.
Maar wat me nog het meest doet ijzen zijn de mensen die het eigenlijk wel oké vinden zoals het nu gaat, die extreem rechtse wind die door de wereld waait en al het afschuwelijks wat dat met zich meebrengt, daar kunnen ze zich helemaal in vinden. Ze zullen op den duur het onderspit delven, omdat de veranderende wereld, waar zij zich zo duidelijk tegen verzetten, waarin de verhoudingen tussen mensen onderling en de harmonie met de natuur zal moeten worden herzien al begonnen is. Toch zal die nieuwe wereld er komen, maar zover is het nog lang niet, dit is slechts het begin en er staat ons nog een hoop zwaar weer te wachten. In het bijzonder voor minderheidsgroeperingen en de natuur in breedste zin.
Ik ben een zestigjarig te laat geboren bloemenkind, mijn tijd zal het wel uitdienen, ik leef al tien jaar in extra tijd. Maar voor de jonge mensen van nu en in de nabije toekomst wens ik love, peace en happiness met Kumbaya zingen rond een kampvuur op het strand. Ooit zal dat de norm (weer) zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten